Duurzaamheid is een onderwerp dat – terecht – steeds meer aandacht krijgt in de samenleving en meer in het bijzonder, in kerkgemeenschappen. Er verschijnen links en rechts boeken over ‘groene theologie’ waarbij duidelijk wordt, dat niet mensen in het centrum van de schepping staan, maar dat het gaat over mensen-als-onderdeel-en-hoeders-van-de-schepping. En dan is daar ook de vraag: welke rol speelt geld hierbij?
Het recente nummer (4) van Mondig besteed daar ruim aandacht aan en er is ook een artikel over het Menno Fund, dat het gezamenlijk vermogen van doopsgezinde gemeenten en instellingen zo zorgvuldig mogelijk belegt. Niet de opbrengst in geld staat voorop – hoewel dat natuurlijk niet onbelangrijk is – maar hoe het kapitaal ook kan bijdragen aan een rechtvaardiger wereld.
Tom Rijken heeft in een voordracht zijn gedachten over geld geventileerd: “geld stinkt niet, is niet vies, is niet onderdeel van het Kwaad”.
De negatieve gedachten over geld wil hij graag kantelen. “Geld is niet bedoeld om op te potten, maar om te laten stromen. Een collecte is bedoeld om geld in te zamelen en weer door te geven, binnen en buiten de gemeente, als een stroom naar elkaar en naar de samenleving.
Het geld van de gemeente moet ook goed beheerd worden, ook omdat het ons is doorgegeven door de vorige generaties”. De opbrengst van de verkoop van het kerkgebouw is belegd via het Mennofund en dat heeft in die vijf jaar een keurig rendement opgeleverd. Het vermogen dat dateert uit eerdere jaren (en was bijeengebracht door vorige generaties) is belegd via ABNAmroMeesPierson, eveneens met duurzame criteria als voorwaarden.